Herkomstgebied
Voorwaarden met betrekking tot herkomst van de baggerspecie
In het depot Hollandsch Diep mag uitsluitend baggerspecie worden verwerkt en/of
gestort vanuit:
- het Benedenrivierengebied
Het benedenrivierengebied betreft het door Rijn en Maas gevoede rivierengebied ten westen van de lijn Schoonhoven-Werkendam- Dongemond, inclusief Hollandsch Diep en Haringvliet, zonder Hollandsche IJssel
- de regionale wateren in de Provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant, met uitzondering van het Rotterdamse vaarweggebied wat binnen het acceptatie gebied valt van baggerspeciedepot Slufter.
De regionale wateren zijn de niet-Rijkswateren in de Provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant. Volgens deze definitie behoren ook de gemeentelijke wateren tot de regionale wateren.
- alle Rijkswateren1 (conform beschikking C2006364/2725318).
Bij wijze van uitzondering kan een partij baggerspecie afkomstig uit HIC worden geaccepteerd indien deze in de beoogde uitvoeringsperiode op depot de Slufter niet wordt geaccepteerd. De ontdoener of diens gemachtigde dient dit schriftelijk aan te tonen.
In specifieke gevallen wanneer de werkzaamheden bijvoorbeeld een bijdrage leveren aan de doelstellingen van de waterkwaliteitsbeheerder of wanneer Rijkswaterstaat substantieel participeert binnen een derden project kan voor baggerspecie afkomstig van derden eventueel een uitzondering gemaakt worden op de stortkosten. Indien de ontdoener gebruik wil maken van deze om niet regeling dient een gemotiveerd verzoek hiertoe te worden gericht aan de depotbeheerder.
Chemische en fysische acceptatiecriteria
Algemeen
Om na te gaan of de baggerspecie in aanmerking komt voor berging in het depot Hollandsch Diep dient de baggerspecie onderzocht te worden op chemische en fysische samenstelling. In dit hoofdstuk worden de verschillende criteria weergegeven.
Voorwaarden voor depot Hollandsch Diep (BDHD)
In principe wordt sterk verontreinigde baggerspecie (klasse Niet Toepasbaar (NT) of Nooit Toepasbaar (NoT)) geaccepteerd in BDHD.
Baggerspecie tot aan de bovengrens klasse A (Besluit bodemkwaliteit, publicatie Staatsblad 3 december 2007, nr. 469) wordt niet geaccepteerd tenzij aangetoond wordt dat voor betreffende partij geen hergebruik of nuttige toepassing mogelijk is. Baggerspecie tot aan de bovengrens klasse B kan slechts worden geaccepteerd indien door de betreffende waterkwaliteitsbeheerder een schriftelijke verklaring is opgesteld met een motivatie waarom er binnen het beheersgebied geen nuttige toepassingsmogelijkheden bestaan voor de betreffende partij.
Baggerspecie met een zandgehalte(= korrelgroottefractie 63-2000 μm zoals bepaald volgens NEN 5753) groter of gelijk aan 60% wordt conform de BRL7511 verwerkt door middel van zandscheiding met uitzondering van:
- asbesthoudende baggerspecie
- sterk verontreinigde zanderige baggerspecie waaruit redelijkerwijs geen toepasbare bouwstof gehaald kan worden;
- baggerspecie die er toe kan leiden dat verwerking volgens de ARBO wet- en regelgeving niet gewenst is.
Ook zoute baggerspecie mag in depot Hollandsch Diep gestort worden
Residu van baggerspecie dient altijd gestort te worden in depot Hollandsch Diep.
Indien het tijdverschil tussen de bemonstering en het storten van een partij baggerspecie afkomstig uit onderhoudsbaggerwerk meer dan 3 jaar bedraagt en bij saneringsbaggerwerk meer dan 5 jaar bedraagt, moet, alvorens toestemming tot storten/bewerken kan worden verkregen, een actualisatie-/verificatieonderzoek van de te verwijderen waterbodemlaag worden uitgevoerd.
In de baggerspecie mogen geen fysische verontreinigingen en/of grofvuil voorkomen. De fysische verontreinigingen en/of grofvuil dat achterblijft in de scheidingsbekkens en vrijkomt bij het reinigen (of zeven) van het zand, zal voor rekening van de ontdoener worden afgevoerd. Indien het afgescheiden zand van de partij groter is dan de inhoud van de scheidingsbekkens, dient de ontdoener rekening te houden met een ontgravingduur van 4 weken per scheidingsbekken.
Wanneer er sprake is van asbest verdachte baggerspecie die in aanmerking komt voor zandscheiding dient de ontdoener aan de hand van een historisch- en locatie onderzoek (welke activiteiten hebben er in het verleden rond de te baggeren locatie plaatsgevonden, wat voor beschoeiingen zijn en/of waren er aanwezig, overstorten rioleringen en eventuele asbestbrand etc.) aan te tonen dat de partij asbest vrij is, met als uitgangspunt de NTA (Nederlandse Technische Afspraken). Als blijkt dat uit bovenstaand onderzoek de specie als asbestverdacht of als asbesthoudend getypeerd wordt, mag er geen zandscheiding plaats vinden en kan deze onder goedkeuring van de depotbeheerder direct verwerkt worden in het depot.
Partijen baggerspecie, waarvan bekend is dat deze mogelijk NGE bevat, worden niet geaccepteerd.
Voorwaarden voor Put Cromstrijen (PC)
Voor de acceptatiecriteria van Put Cromstrijen wordt verwezen naar het acceptatieprotocol van Put Cromstrijen (PC) welke is te vinden onderaan de startpagina welke zichtbaar is indien u zich heeft geregistreerd als ontdoener. Het herkomstgebied is hetzelfde als voor BDHD; er zijn echter bovengrenzen/ maximale concentraties als acceptatiegrens van toepassing. Belangrijk is dat er bij een bergingsverzoek voor PC i-Bever-toetsingen voor de Put Cromstrijen worden aangeleverd waaruit blijkt dat de bagger mag worden geaccepeteerd in PC.
Kosten stort-/verwerkingstarief voor PC en BDHD
Voor het storten en/of verwerken van baggerspecie van derden is een stort-/verwerkingstarief verschuldigd; tenzij hier een schriftelijke vrijwaring voor is verleend.
Het stort-/verwerkingstarief is € 10,60 per m3 baggerspecie gemeten in het beun.
Rijkswaterstaat betaalt geen stort-/verwerkingstarief voor baggerspecie afkomstig uit werken/projecten waarbij:
- Rijkswaterstaat ontdoener is
- het Rijk meer dan 50 % bijdraagt in de uitvoeringskosten van het betreffende project
De kosten van zandscheiding worden nog niet afzonderlijk verrekend maar zijn inbegrepen in het storttarief.
Er vindt geen extra verrekening plaats bij zandscheiding in het sedimentatiebekken.
Tarieven kunnen wijzigen en/of aan differentiatie onderhevig zijn. Over het storttarief dient BTW te worden betaald. Overheden betalen geen BTW.
Voor het gebruik van de bakkenzuiger "Alouette" dienen met de aannemerscombinatie aanvullende prijsafspraken te worden gemaakt voor het lostarief. Hiervoor kunt u contact opnemen met Baggerbedrijf de Boer te Sliedrecht (0184 411 999).
Het storten in PC is alleen mogelijk met onderlossers en/of een stortkoker. Hiervoor kunt u eveneens aanvullende prijsafspraken maken met Baggerbedrijf de Boer te Sliedrecht (0184 411 999).